Historisch waren er twee orthopedische maatschappen in ’s-Hertogenbosch, het Groot ZiekeGasthuis en het Carolus-Willem - Alexander Ziekenhuis. In 1996 werd na gezamenlijke organisatie van het NOV jaarcongres, de basis gelegd voor de fusie van deze maatschappen. In 1998: de eerste stadsbrede specialistenfusie in ’s-Hertogenbosch. In 2002 werd de fusie van het Bosch MediCentrum (Groot Ziekengasthuis, Willem AlexanderZiekenhuis en Bommels Gasthuis) en het Carolus-Liduina Ziekenhuis tot het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) geformaliseerd en werd met de planning voor één ziekenhuislocatie in ’s-Hertogenbosch begonnen.
Op 24 juni 2011 werd het Jeroen Bosch Ziekenhuis aan het Henri Dunantstraat in ’s-Hertogenbosch West geopend. Een aantal orthopedische behandelingsmogelijkheden werden in ’s-Hertogenbosch voor het eerst in Nederland toegepast of werden er gepopulariseerd.
In 1970 plaatste van Sambeek als eerste in Brabant een totale heupprothese. Hij had de expertise meegenomen uit de St. Maartenskliniek in Nijmegen.
Schoen was de eerste orthopedisch chirurg in Nederland die een voorste kruisband (VKB) reconstructie artroscopisch uitvoerde.
Kramer heeft de rugchirurgie voortvarend uitgebouwd. Er bestond belangstelling uit binnen- en buitenland voor deze rugoperaties met intercorporele- en posterolaterale fusie.
In het Carolus Ziekenhuis werd in 1987 de eerste sportarts binnen de ziekenhuismuren aangesteld. Later werd dit het Sport Medisch Centrum.
Als eerste ziekenhuis in Nederland plaatste Bom in 2001 een BHR resurfacing heupprothese. De resultaten waren goed en vele collegae uit het land kwamen in ’s-Hertogenbosch de techniek leren. Wereldwijd kwamen er echter geleidelijk aan geluiden van lokale problemen rondom de metal-on-metal heupen, ten gevolge van zo later bleek, Adverse Local Tissue Reaction (ALTR).
Als eerste ziekenhuis in Europa werd in 1997 in het Bosch MediCentrum, locatie Groot ZiekenGasthuis, door Runne het Joint Care programma opgezet. Waar patiënten met een heup- of een knieprothese implantatie voordien 10-14 dagen waren opgenomen, werd door alle stappen in het herstelproces slimmer te organiseren de opname tot 4 à 5 dagen gereduceerd. De grootste verandering was dat het aan patiënten duidelijk gemaakt moest worden dat zij alleen op de dag van de operatie “patiënt” waren en daarna revaliderend. Het Joint Care programma werd in de jaren daarna in dezelfde of licht gewijzigde vorm overgenomen door alle ziekenhuizen in Nederland. Tegenwoordig kan de opnametijd worden teruggebracht naar 1-2 dagen en regelmatig vindt de operatie in dagbehandeling plaats.
Bron: L.P.A. Bom